Uurstelling van de aardcontacten tbv de onverwisselbaarheid voor verschillende spanningen en frequenties. De kenkleuren komen overeen met de nominale bedrijfsspanning.
* Uurstanden zijn niet genormeerd en daardoor vrij beschikbaar voor bijzondere toepassingen van contactmateriaal
** Niet gebruikte uurstanden
Bij contactmateriaal boven 50 V moet een aardcontact aanwezig zijn. Contactdozen zijn van een sparing en contactstoppen van een nok voor onverwisselbaarheid voorzien, waarbij de contactpen c. q. de contactbus voor de aarde bij iedere geëiste elektrische waarde een bepaalde stand t.o.v. de onveranderlijke stand van de in de beschermkraag aangebrachte nok c. q. sparing inneemt. De verschillende uitvoeringen zijn naar de uurstand genoemd, conform tabel 104 van de EN 60309-2:1999 + A1:2007 + A2:2012.
Bij opnieuw aan te sluiten contactmateriaal moeten de contacten als volgt aangeduid worden:
Bij de buscontacten van wandcontactdozen en koppelcontactstoppen met bedrijfsspanningen groter dan 50 V moet van de voorkant uit gezien het aardcontact op de juiste uurstand staan.