Bij contactmateriaal tot 50 V wordt, gedwongen door het niet noodzakelijk aanwezige aardcontact, een basisnok en een extra hulpnok toegepast. De basisnok staat altijd op 6 h. De hulpnok staat, naar gelang de spanning en de frequentie, in een uurstand volgens tabel 103 uit EN 60309-2:1999 + A1:2007 + A2:2012 (zie onder). Buscontacten van contactdozen en koppelcontactstoppen met een bedrijfsspanning tot 50 V moeten er, zoals in EN 60309-2:1999 + A1:2007 + A2:2012 door voorschrift 2-VIII vastgelegd, overeenkomstig onderstaande tekening uitzien.
Tekening: Contactdozen en koppelcontactstoppen U = 40 tot 50 V, 50 tot 60 Hz, hulpnok 12 h
Bedrijfsspanning van het contactmat. V | Frequentie Hz | Plaats van de hulpnok of -neus (t. o. v. basisnok = 6h) in uurstand |
20 tot 25 | 50 en 60 | geen hulpnok of -neus |
40 tot 50 | 50 en 60 | 12 |
20 tot 25 en 40 tot 50 | 100 - 200 300 400 > 400 tot 500 geliikstroom | 4 2 3 11 10 |
25 | geliikstroom* | 8 * voor draagbare elektrische incubator met 12 V of 24 V gelijkspanning in ambulance of traumahelikopter |
De uurstanden 1h en 9h zijn voor toekomstige normeringen gereserveerd.
Indien de bedrijfsspanning als aanvulling op de codering met een kleur wordt aangeduid, dan dienen (volgens EN 60309-1:1999, tabel 2) de volgende kleuren te worden toegepast:
Bedrijfsspanning | Kenkleur | RAL* |
20 tot 25 V | violet | 4001 |
40 tot 50 V | wit | 7035 |
* Door MENNEKES vastgelegde RAL nr.´s, omdat in de norm EN 60309-1:1999 geen exacte specificatie opgenomen is.